Een babynestje is tegenwoordig aardig populair. Je kan ze kopen van verschillende merken, maar natuurlijk kan je ook zelf aan de slag gaan. Niks leukers dan een klein DIY-projectje. In deze blog laten we zien hoe je zelf een babynestje in elkaar zet.
Wat is een babynestje?
Het babynestje komt oorspronkelijk uit Scandinavië, maar ook in Nederland zijn steeds meer ouders erg enthousiast over. Een babynestje is een soort mandje voor je baby, gemaakt van zachte stof. Je kindje kan er een klein dutje in doen of je kan het gebruiken als rustplek voor je kleine als jullie onderweg zijn. Het is klein en licht, waardoor het makkelijk te vervoeren is. Het uiterlijk van het nestje doet een beetje aan een hondenmand denken.
Rondom het mandje zit een opstaande rand, gemaakt van kussenachtig materiaal. Het is een warm, knus plekje voor je kindje om in te liggen. In het midden van de mand zit een touwtje zodat je de maat van de mand kunt aanpassen naar jouw baby. Dit geeft jouw kindje een veilig gevoel.
Hoe gebruik je een babynestje?
Je legt je baby in het nestje zoals je hem ook in zijn bedje zou leggen: op zijn rug. Het ronde deel van het babynestje is de bovenkant, daar komt het hoofdje van je baby te liggen. Zijn voeten komen bij het deel waar de touwtjes zitten.
Het nestje is daarnaast ideaal om mee te nemen, omdat hij zo licht en compact is. Ga je op visite en wil je je kindje lekker neer kunnen leggen om te rusten, dan is een nestje ideaal. Je baby is zo afgesloten van de ergste drukte, maar is nog wel vlakbij je.
Eenvoudig te wassen
De stof is meestal gemaakt van honderd procent katoen. Het matras en de vulling zijn meestal van polyester. Je kunt de meeste babynestjes dan ook gewoon in de wasmachine wassen op 30° C (fijn wasprogramma). Daarna kun je het laten drogen op een wasrek. Binnen enkele uren is het babynestje droog en weer te gebruiken.
Is het gevaarlijk?
Veel ouders zweren bij een babynestje, maar je hoort ook verhalen dat een babynestje gevaarlijk zou zijn. Het gebruik van een babynestje in het ouderlijk bed, de wieg of het ledikant wordt door VeiligheidNL afgeraden. De reden hiervoor zijn de opstaande randen: zodra een baby kan omrollen zou hij met zijn neus tegen dit kussenachtige materiaal aan kunnen komen, waardoor hij niet meer goed kan ademen.
Blijf daarom altijd in de buurt van je baby wanneer hij in het babynestje ligt. Het mandje is vooral geschikt voor kleine dutjes, waarbij je een oogje in het zeil kan houden. Bijvoorbeeld als je je kindje gezellig bij jou in de woonkamer wil houden, maar zelf even je handen vrij wil hebben. Maar een eigen bed, zoals een wieg of ledikant is nog steeds de meest veilige slaapplek voor een baby.
Zelf maken: wat heb je nodig?
- 1 meter stof in kleur/print naar keuze
- 1 meter stof in kleur/print naar keuze
- vulling voor de rand
- vulling voor het matrasgedeelte
- 3 meter biasband in kleur naar keuze
- 3 meter koord in kleur naar keuze
- 2 koordstoppers
- garen in kleuren die passen bij je stoffen
- Een patroon. Dit kun je gewoon op internet opzoeken.
Zo maak je het
- Teken de patronen voor deel A en deel B (voor de helft) na op bijvoorbeeld inpakpapier.
- Maak eerst het matrasje door een paar lagen watine op elkaar te leggen. Teken patroon B hierop af knip uit. Rijg de lagen losjes aan elkaar zodat ze niet gaan verschuiven. Dit kan gewoon met de hand.
- Vouw je eerste stofje dubbel met de goede kant naar binnen.
- Teken het patroon op de stof en knip uit. (Dus beide lagen.) Knip op ongeveer een cm van de getekende rand, zodat je een naadtoeslag krijgt.
- Herhaal deze stappen voor je andere stof. Leg beide lagen op elkaar met de goede kant naar binnen en speld aan elkaar.
- Teken het patroon ook op de andere helft van de stof. Naai de delen aan elkaar door het patroon te volgen dat je op de stof getekend hebt. Ga alleen niet helemaal rond. De onderkant moet open blijven voor het vullen van het babynestje.
- Keer de stof om zodat de goede kant van de stoffen aan de buitenkant komt. Speld je biasband over de naad. Doe ook dit niet helemaal rondom, maar begin midden onder, in het midden van de eerste kleine halve cirkel en ga door tot het midden van de tweede kleine halve cirkel. Vouw de uiteindes naar binnen voor een nettere afwerking.
- Stik het biasband langs beide randen zo netjes mogelijk vast. Haal je koord door de tunnel die je net gecreëerd hebt met behulp van een veiligheidsspeld. Zorg dat de goede kanten van de stoffen aan de buitenkanten zitten en speld patroon B op het midden van het nestje. Rijg met een felgekleurde draad losjes langs je patroon. Stik vervolgens langs die draad de lagen netjes aan elkaar met een naaimachine en verwijder je felgekleurde draad.
- Vul de buitenrand van je babynestje met vulling en plaats het matrasje in het middelste deel. Vervolgens kun je het nestje dichtnaaien. Dit kun je met de hand doen.
- Haal het koord door de stopper en leg een knoopje in het uiteinde om het nestje vorm te geven.
